Bandenspanning: alles wat je erover moet weten

Onze collega Ronald werd er laatst door het display in zijn Hyundai Kona Electric fijntjes op gewezen. Het controlelampje de bandenspanning ging branden. Het deed hem realiseren hoe belangrijk de juiste spanning is. Dat inspireerde ons tot een artikel met alles dat jij moet én wilt weten over de banden onder jouw auto.

Waarom is de juiste bandenspanning belangrijk?

Op de eerste plaatse is deze ongelofelijk belangrijk voor jouw eigen veiligheid. Bovendien rij je zuiniger met een band op de juiste spanning.

De juiste bandenspanning zorgt voor:

• Betere grip
• Betere rijprestaties
• Betere verkeersveiligheid
• Minder brandstofverbruik
• Minder slijtage aan de band
• Verkleinen van de kans op een klapband

Te zachte banden? Langere remweg!

Zijn je banden te zacht opgepompt? Dan heeft dat een negatieve invloed op de wegligging van jouw auto, maar ook op de remweg. Bovendien slijten te zachte banden sneller dan een juist opgepompte band. Dat geldt overigens ook voor een te hard opgepompte band. Ook die slijt sneller. Zorg er dus altijd voor dat jouw banden niet te zacht of te hard zijn. Dat kan door ze regelmatig te controleren.

Meer verbruik door lage bandenspanning

Als de bandenspanning te laag is, zorgt dit behalve voor extra slijtage en een verminderde wegligging, ook voor een hogere rolweerstand. Daardoor verbruik je meer. Sowieso wil je dat liever niet, maar in een elektrische auto heeft dit ook direct gevolgen voor jouw actieradius. Met een onjuiste bandenspanning moet je vaker aan de laadpaal. Ook daarom is het raadzaam om regelmatig jouw banden te controleren op de juiste spanning.

Controleer regelmatig de bandenspanning

Het is belangrijk dat je de juiste hoeveelheid lucht in de banden regelmatig controleert. Niet te hard, en niet te zacht. Beide is namelijk niet goed. De meeste moderne auto’s hebben wel een controlelampje of melding voor de bandenspannning. Vaak geeft deze echter pas aan als de spanning te laag is. Ons advies is daarom: controleer zelf ongeveer om de twee maanden de bandenspanning.

Hoe bandenspanning controleren?

Bij de meeste tankstations kun je ook je bandenspanning controleren en desgewenst de banden bijvullen. Meestal is dit gratis. Wil je niet naar het tankstation rijden? Dan kun je voor een paar euro vaak al een goede bandenspanningsmeter kopen.

• Check in het instructieboekje van jouw auto wat de juiste bandenspanning is voor jouw auto of bekijk het in deze bandenspanningstabel van Vredestein. Vaak kun je de juiste waarden voor jouw band ook terugvinden op een sticker ergens in jouw auto. Vaak zit deze in de deurpost of aan de binnenkant van de brandstofklep.

• Houd rekening met de hoeveelheid gewicht in jouw auto. Zit je er met meerdere personen in en heb je veel bagage bij je, dan geldt vaak een andere bandenspanning dan wanneer je er allen in zit.

• Controleer de bandenspanning als de banden nog “koud” zijn. Dit is het geval wanneer je minder dan 5 kilometer hebt gereden.

• Verwijder het ventieldopje en zet de spanningsmeter op het ventiel. Je kunt nu de bandenspanning aflezen. Heb je een eigen bandenspanningsmeter? Check dan de handleiding. Daar staat exact in omschreven hoe je hem gebruikt en moet lezen.

• Vul de band bij indien nodig. Dit kun je zelf met een compressor doen of rij naar een tankstation waar je de banden op kunt pompen.

• Bij de meeste tankstations kun je instellen wat de bandenspanning moet zijn. Vervolgens zet je het eindstuk op het ventiel van jouw band. Het meten en oppompen van de band gaat vaak in een handeling. Je hoort een piepje zodra de band de juiste spanning heeft. Dat geldt ook voor te harde banden, de installatie laat er dan lucht uit totdat de band de gewenste hoeveelheid lucht heeft bereikt.

• Check ook met regelmaat de bandenspanning van jouw reserveband (indien aanwezig).

Banden verliezen bij normaal gebruik maandelijks zo’n 3 tot 5% van de bandenspanning. Met koud weer verlies je ongeveer hetzelfde aan druk. Ook rijden over slecht terrein is van invloed op de bandendruk. Autobanden verliezen dus altijd een beetje lucht. Juist daarom is regelmatig controleren belangrijk.